Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Hij was [14]Koning in [15]Jeschurun, als de hoofden des volks zich vergaderden, samen met de stammen Israels. 14. Wetten gevende, en het volk regerende als een koning. Ook wordt het woord koning voor een vorst of prins genomen, Jer.19:3, en Jer.46:25. Zie de aantekeningen aldaar. 15. Zie boven, hfdst.32 vs.15.